amusement park
US /əˈmjuːzmənt pɑːrk/
UK /əˈmjuːzmənt pɑːrk/

1.
pretpark, attractiepark
a large outdoor area with rides, shows, and other entertainment for the public
:
•
We spent the whole day at the amusement park, riding roller coasters and playing games.
We brachten de hele dag door in het pretpark, rijdend in achtbanen en spelletjes spelend.
•
Many families visit the local amusement park during summer vacation.
Veel gezinnen bezoeken het plaatselijke pretpark tijdens de zomervakantie.