almond

US /ˈɑːl.mənd/
UK /ˈɑːl.mənd/
"almond" picture
1.

amandel

the oval-shaped edible seed of the almond tree, often used in cooking and confectionery

:
•
She added sliced almonds to the salad for extra crunch.
Ze voegde gesneden amandelen toe aan de salade voor extra knapperigheid.
•
Almond milk is a popular dairy alternative.
Amandelmelk is een populair zuivelalternatief.
:
nutkernel
2.

amandelboom

the tree that produces almonds, native to the Middle East and South Asia

:
•
The orchard was filled with blossoming almond trees.
De boomgaard stond vol met bloeiende amandelbomen.
•
The almond tree is known for its beautiful pink and white blossoms in spring.
De amandelboom staat bekend om zijn prachtige roze en witte bloesems in de lente.
1.

amandelkleurig

having the pale brown color of an almond

:
•
She chose an almond colored paint for the living room walls.
Ze koos een amandelkleurige verf voor de muren van de woonkamer.
•
The cat had beautiful almond-shaped eyes.
De kat had prachtige amandelvormige ogen.
:
beigecreamoff-white
:
almond paste