allow for
US /əˈlaʊ fɔːr/
UK /əˈlaʊ fɔːr/
1.
rekening houden met, mogelijk maken
to make it possible for something to happen or for someone to do something
:
•
The schedule does not allow for any delays.
Het schema houdt geen rekening met vertragingen.
•
You must allow for the train to be late.
Je moet er rekening mee houden dat de trein vertraagd kan zijn.
2.
incalculeren, reserveren
to plan or reserve a certain amount of something for a particular purpose
:
•
We need to allow for a break in the middle of the meeting.
We moeten ruimte inplannen voor een pauze midden in de vergadering.
•
You should allow for extra time for traffic.
Je moet extra tijd incalculeren voor het verkeer.