agonizing
US /ˈæɡ.ə.naɪ.zɪŋ/
UK /ˈæɡ.ə.naɪ.zɪŋ/

1.
pijnlijk, kwellend
causing extreme physical or mental pain
:
•
The wait for the test results was agonizing.
Het wachten op de testresultaten was pijnlijk.
•
He suffered an agonizing death.
Hij stierf een pijnlijke dood.
2.
kwellend, uitputtend
involving intense effort or struggle
:
•
It was an agonizing decision to make.
Het was een kwellende beslissing om te nemen.
•
The team faced an agonizing defeat in the final seconds.
Het team leed een kwellende nederlaag in de laatste seconden.