Betekenis van het woord advent in het Nederlands
Wat betekent advent in het Engels? Ontdek de betekenis, uitspraak en specifiek gebruik van dit woord met Lingoland
advent
US /ˈæd.vent/
UK /ˈæd.vent/
Zelfstandig Naamwoord
1.
komst, aankomst
the arrival of a notable person, thing, or event
Voorbeeld:
•
The advent of personal computers revolutionized the workplace.
De komst van personal computers zorgde voor een revolutie op de werkplek.
•
With the advent of spring, the flowers began to bloom.
Met de komst van de lente begonnen de bloemen te bloeien.
Synoniem:
2.
Advent, adventsperiode
(in the Christian Church) the first season of the Christian church year, leading up to Christmas and commemorating the coming of Christ
Voorbeeld:
•
Many churches light an Advent wreath during this season.
Veel kerken steken in deze periode een adventskrans aan.
•
Children often open a chocolate calendar during Advent.
Kinderen openen vaak een chocoladekalender tijdens de Advent.
Leer dit woord op Lingoland