adapter
US /əˈdæp.tɚ/
UK /əˈdæp.tɚ/
1.
adapter, verloopstuk
a device for connecting pieces of equipment that cannot be connected directly
:
•
I need a power adapter for my laptop.
Ik heb een stroomadapter nodig voor mijn laptop.
•
This USB adapter allows me to connect older devices.
Deze USB-adapter stelt me in staat om oudere apparaten aan te sluiten.
2.
bewerker, adaptator
a person who adapts a book, play, etc., for a different medium
:
•
The screenwriter worked as an adapter for the novel's film version.
De scenarioschrijver werkte als bewerker voor de filmversie van de roman.
•
She is a renowned adapter of classic plays for modern audiences.
Zij is een gerenommeerde bewerker van klassieke toneelstukken voor een modern publiek.