abdomen

US /ˈæb.də.mən/
UK /ˈæb.də.mən/
"abdomen" picture
1.

buik, abdomen

the part of the body of a mammal between the thorax and the pelvis; the belly.

:
•
He felt a sharp pain in his abdomen.
Hij voelde een scherpe pijn in zijn buik.
•
The doctor examined her abdomen carefully.
De dokter onderzocht haar buik zorgvuldig.
:
bellytummystomachmidriff
2.

achterlijf, abdomen

the posterior part of the body of an arthropod, especially the segments of the body behind the thorax in insects, spiders, and crustaceans.

:
•
The bee's abdomen contains its sting.
Het achterlijf van de bij bevat zijn angel.
•
Spiders have two main body parts: the cephalothorax and the abdomen.
Spinnen hebben twee hoofddelen: het kopborststuk en het achterlijf.