a one-way ticket to

US /ə wʌn-weɪ ˈtɪkɪt tuː/
UK /ə wʌn-weɪ ˈtɪkɪt tuː/
"a one-way ticket to" picture
1.

een enkeltje naar

a ticket that allows a person to travel to a place but not back

:
I bought a one-way ticket to London, as I plan to move there permanently.
Ik kocht een enkeltje naar Londen, omdat ik van plan ben daar permanent te gaan wonen.
He booked a one-way ticket to Paris, hoping for a new beginning.
Hij boekte een enkeltje naar Parijs, hopend op een nieuw begin.
2.

een enkeltje naar, een directe weg naar

something that leads to a permanent or irreversible situation

:
Ignoring the problem is a one-way ticket to disaster.
Het probleem negeren is een enkeltje naar een ramp.
His reckless behavior was a one-way ticket to trouble.
Zijn roekeloze gedrag was een enkeltje naar problemen.