wriggle

US /ˈrɪɡ.əl/
UK /ˈrɪɡ.əl/
"wriggle" picture
1.

kronkelen, wriemelen, wurmen

twist and turn with quick, writhing movements

:
The worm continued to wriggle on the hook.
De worm bleef kronkelen aan de haak.
She tried to wriggle free from his grasp.
Ze probeerde zich los te wrikken uit zijn greep.
1.

kronkel, wriemeling

a wriggling movement

:
He gave a little wriggle to get comfortable.
Hij gaf een kleine kronkel om comfortabel te zitten.
The fish made a final wriggle before going still.
De vis maakte een laatste kronkel voordat hij stilviel.