without
US /wɪˈðaʊt/
UK /wɪˈðaʊt/

1.
buiten
outside
:
•
He stood without, waiting for permission to enter.
Hij stond buiten, wachtend op toestemming om binnen te komen.
•
The old house was empty without.
Het oude huis was van buiten leeg.
buiten
outside