welding
US /ˈwel.dɪŋ/
UK /ˈwel.dɪŋ/
1.
lassen, laswerk
the action of joining metal parts by heating the surfaces to the point of melting using a blowtorch, electric arc, or other means, and pressing or hammering them together
:
•
The engineer specialized in robotic welding for automotive parts.
De ingenieur specialiseerde zich in robotisch lassen voor auto-onderdelen.
•
Safety precautions are crucial during any welding operation.
Veiligheidsmaatregelen zijn cruciaal tijdens elke lasoperatie.
1.
lassend, aan het lassen
present participle of weld
:
•
He was busy welding the metal frame together.
Hij was druk bezig met het lassen van het metalen frame aan elkaar.
•
The sparks were flying as the worker was welding the pipes.
De vonken vlogen in het rond terwijl de arbeider de pijpen aan het lassen was.
: