Engels-Nederlands Woordenboek

Betekenis van het woord violet in het Nederlands

Wat betekent violet in het Engels? Ontdek de betekenis, uitspraak en specifiek gebruik van dit woord met Lingoland

violet

US /ˈvaɪə.lət/
UK /ˈvaɪə.lət/
"violet" picture

Zelfstandig Naamwoord

1.

viooltje

a plant of the genus Viola, typically having purple, blue, or white five-petaled flowers, and often fragrant.

Voorbeeld:
•
She planted some beautiful violets in her garden.
Ze plantte enkele prachtige viooltjes in haar tuin.
•
The scent of violets filled the air.
De geur van viooltjes vulde de lucht.
2.

violet, paars

a bluish-purple color.

Voorbeeld:
•
The sky turned a deep violet at sunset.
De lucht werd diep violet bij zonsondergang.
•
She chose a lovely shade of violet for her new dress.
Ze koos een mooie tint violet voor haar nieuwe jurk.
Synoniem:
purplelavendermauvelilac

Bijvoeglijk Naamwoord

1.

violet, paars

of a bluish-purple color.

Voorbeeld:
•
The artist used a violet hue to depict the distant mountains.
De kunstenaar gebruikte een violette tint om de verre bergen af te beelden.
•
Her eyes had a striking violet tint.
Haar ogen hadden een opvallende violette tint.
Synoniem:
purplelavendermauvelilac
Leer dit woord op Lingoland
Gerelateerd Woord:
shrinking violet