verse
US /vɝːs/
UK /vɝːs/

1.
vers, couplet
writing arranged with a metrical rhythm, typically having a rhyme
:
•
The poet wrote a beautiful verse about nature.
De dichter schreef een prachtig vers over de natuur.
•
Each verse of the song tells a different part of the story.
Elk couplet van het lied vertelt een ander deel van het verhaal.
2.
vers
a portion of a chapter in the Bible
:
•
Please turn to John chapter 3, verse 16.
Ga naar Johannes hoofdstuk 3, vers 16.
•
She quoted a verse from the Psalms.
Ze citeerde een vers uit de Psalmen.
1.
verzen maken, dichten
to write poetry or compose verses
:
•
He spent his evenings versing about his travels.
Hij bracht zijn avonden door met verzen schrijven over zijn reizen.
•
The bard would often verse tales of heroes and legends.
De bard zou vaak verhalen over helden en legendes in verzen brengen.