veil

US /veɪl/
UK /veɪl/
"veil" picture
1.

sluier

a piece of fine material worn by women to protect or conceal the face

:
The bride wore a long white veil.
De bruid droeg een lange witte sluier.
She pulled her veil over her face to hide her tears.
Ze trok haar sluier over haar gezicht om haar tranen te verbergen.
2.

sluier, dekmantel

something that covers or conceals something else

:
A veil of mist covered the mountains.
Een sluier van mist bedekte de bergen.
He spoke under a veil of secrecy.
Hij sprak onder een sluier van geheimhouding.
1.

sluieren, verhullen

cover with a veil

:
She veiled her face before entering the mosque.
Ze sluierde haar gezicht voordat ze de moskee binnenging.
The fog veiled the entire city.
De mist hulde de hele stad.