Betekenis van het woord vaccine in het Nederlands

Wat betekent vaccine in het Engels? Ontdek de betekenis, uitspraak en specifiek gebruik van dit woord met Lingoland

vaccine

US /vækˈsiːn/
UK /vækˈsiːn/
"vaccine" picture

Zelfstandig Naamwoord

1.

vaccin, inenting

a substance put into a person's or animal's body to protect them from a disease by causing them to produce antibodies

Voorbeeld:
The new vaccine offers protection against several strains of the virus.
Het nieuwe vaccin biedt bescherming tegen verschillende stammen van het virus.
Children receive various vaccines as part of their immunization schedule.
Kinderen krijgen verschillende vaccins als onderdeel van hun vaccinatieschema.

Werkwoord

1.

vaccineren, inenten

to treat a person or animal with a vaccine to produce immunity against a disease

Voorbeeld:
Doctors recommend that all children be vaccinated against measles.
Artsen raden aan dat alle kinderen worden gevaccineerd tegen mazelen.
The entire population needs to be vaccinated to achieve herd immunity.
De hele bevolking moet worden gevaccineerd om groepsimmuniteit te bereiken.
Leer dit woord op Lingoland
Gerelateerd Woord: