unfriendly
US /ʌnˈfrend.li/
UK /ʌnˈfrend.li/

1.
onvriendelijk, vijandig, afstandelijk
not friendly; hostile or aloof
:
•
The new neighbor seemed very unfriendly.
De nieuwe buurman leek erg onvriendelijk.
•
The atmosphere in the office was unfriendly and tense.
De sfeer op kantoor was onvriendelijk en gespannen.