undesirable
US /ˌʌn.dɪˈzaɪr.ə.bəl/
UK /ˌʌn.dɪˈzaɪr.ə.bəl/

1.
ongewenst, onwenselijk
not wanted or wished for; objectionable
:
•
The new policy had some undesirable side effects.
Het nieuwe beleid had enkele ongewenste neveneffecten.
•
He was considered an undesirable element in the community.
Hij werd beschouwd als een ongewenst element in de gemeenschap.
1.
ongewenste, onwenselijk persoon
a person or thing that is not wanted or wished for
:
•
The government deported the undesirables from the country.
De regering deporteerde de ongewensten uit het land.
•
We need to eliminate all undesirables from the system.
We moeten alle ongewensten uit het systeem elimineren.