Engels-Nederlands Woordenboek

Betekenis van het woord tissue in het Nederlands

Wat betekent tissue in het Engels? Ontdek de betekenis, uitspraak en specifiek gebruik van dit woord met Lingoland

tissue

US /ˈtɪʃ.uː/
UK /ˈtɪʃ.uː/
"tissue" picture

Zelfstandig Naamwoord

1.

weefsel

any of the distinct types of material of which animals or plants are made, consisting of specialized cells and their products

Voorbeeld:
•
Muscle tissue is responsible for movement.
Spierweefsel is verantwoordelijk voor beweging.
•
Plant tissue can be specialized for photosynthesis.
Plantenweefsel kan gespecialiseerd zijn in fotosynthese.
Synoniem:
cellsmaterialsubstance
2.

zakdoekje, tissue

a piece of absorbent paper, especially for wiping the nose

Voorbeeld:
•
Could you pass me a tissue, please? I need to blow my nose.
Kun je me een zakdoekje aangeven, alsjeblieft? Ik moet mijn neus snuiten.
•
She dabbed her eyes with a soft tissue.
Ze depte haar ogen met een zacht zakdoekje.
Synoniem:
kleenexhandkerchiefnapkin
3.

vloeipapier, zijdepapier

light, gauzy, or thin material

Voorbeeld:
•
The dress was made of a delicate silk tissue.
De jurk was gemaakt van een delicate zijden stof.
•
She wrapped the gift in decorative tissue paper.
Ze pakte het cadeau in decoratief vloeipapier.
Synoniem:
gauzefilmfabricpaper
Leer dit woord op Lingoland