Betekenis van het woord then in het Nederlands
Wat betekent then in het Engels? Ontdek de betekenis, uitspraak en specifiek gebruik van dit woord met Lingoland
then
US /ðen/
UK /ðen/

Bijwoord
1.
toen, destijds
at that time; at the time in question
Voorbeeld:
•
I was living in London then.
Ik woonde toen in Londen.
•
He was a student then.
Hij was toen een student.
2.
daarna, vervolgens
after that; next; afterwards
Voorbeeld:
•
First, we'll eat, then we'll go to the movies.
Eerst eten we, daarna gaan we naar de film.
•
She finished her work, then went home.
Ze maakte haar werk af, daarna ging ze naar huis.
3.
dan, dus
in that case; therefore
Voorbeeld:
•
If you're busy, then I'll leave.
Als je druk bent, dan ga ik weg.
•
You want to succeed? Then work hard.
Wil je slagen? Dan werk hard.
Voegwoord
1.
dan, dus
used to introduce an additional remark or consequence
Voorbeeld:
•
He's taller than me, then.
Hij is dan langer dan ik.
•
So you're coming, then?
Dus je komt dan?
Bijvoeglijk Naamwoord
1.
toenmalig, destijds
used to emphasize a consequence or conclusion
Voorbeeld:
•
The then president made a speech.
De toenmalige president hield een toespraak.
•
The then current fashion was quite different.
De toenmalige mode was heel anders.
Leer dit woord op Lingoland