the bench
US /ðə bɛntʃ/
UK /ðə bɛntʃ/
1.
rechterlijke bank, rechterstoel
the seat where the judge sits in a court of law
:
•
The lawyer approached the bench to present new evidence.
De advocaat benaderde de rechterlijke bank om nieuw bewijs te presenteren.
•
The judge returned to the bench after a short recess.
De rechter keerde na een korte pauze terug naar de rechterlijke bank.
2.
rechterlijke macht, gerecht
the collective body of judges in a court
:
•
The decision came down from the bench.
De beslissing kwam van de rechterlijke macht.
•
Respect for the bench is crucial for the legal system.
Respect voor de rechterlijke macht is cruciaal voor het rechtssysteem.