tenure

US /ˈten.jɚ/
UK /ˈten.jɚ/
"tenure" picture
1.

ambtstermijn, dienstverband

the holding of an office or position

:
During his tenure as CEO, the company's profits tripled.
Tijdens zijn ambtstermijn als CEO verdrievoudigde de winst van het bedrijf.
Her tenure at the university lasted for twenty years.
Haar dienstverband aan de universiteit duurde twintig jaar.
2.

vaste aanstelling, vast dienstverband

a permanent post as a professor or lecturer at a university or college

:
She was granted tenure after years of dedicated research.
Ze kreeg vaste aanstelling na jaren van toegewijd onderzoek.
Achieving tenure is a major milestone for academics.
Het verkrijgen van vaste aanstelling is een belangrijke mijlpaal voor academici.