ten to one
US /tɛn tu wʌn/
UK /tɛn tu wʌn/

1.
hoogstwaarschijnlijk, bijna zeker
very likely; almost certainly
:
•
Ten to one, he'll be late as usual.
Tien tegen één, hij zal zoals gewoonlijk te laat zijn.
•
It's ten to one that the train will be delayed.
Het is tien tegen één dat de trein vertraging zal hebben.