take charge
US /teɪk tʃɑːrdʒ/
UK /teɪk tʃɑːrdʒ/

1.
de leiding nemen, het heft in handen nemen
to take control of something or someone
:
•
She decided to take charge of the project.
Ze besloot de leiding van het project te nemen.
•
Someone needs to take charge and organize this mess.
Iemand moet de leiding nemen en deze puinhoop organiseren.