Betekenis van het woord surfing in het Nederlands
Wat betekent surfing in het Engels? Ontdek de betekenis, uitspraak en specifiek gebruik van dit woord met Lingoland
surfing
US /ˈsɝːfɪŋ/
UK /ˈsɝːfɪŋ/

Zelfstandig Naamwoord
1.
surfen, golfsurfen
the sport or activity of riding on a wave toward the shore while standing or lying on a surfboard
Voorbeeld:
•
He loves surfing every weekend at the beach.
Hij houdt ervan om elk weekend op het strand te surfen.
•
The waves were perfect for surfing today.
De golven waren vandaag perfect om te surfen.
Synoniem:
2.
surfen, zappen
the activity of moving from one website or page to another on the internet
Voorbeeld:
•
I spent hours surfing the internet for information.
Ik heb urenlang op internet gesurft naar informatie.
•
She enjoys surfing through different channels on TV.
Ze geniet ervan om door verschillende kanalen op tv te zappen.
Synoniem:
Werkwoord
1.
surfend, zappend
present participle of surf
Voorbeeld:
•
He is currently surfing the big waves in Hawaii.
Hij is momenteel de grote golven in Hawaï aan het surfen.
•
She was surfing the web for hours last night.
Ze was gisteravond urenlang aan het surfen op het web.
Leer dit woord op Lingoland
Gerelateerd Woord: