supplement
US /ˈsʌp.lə.mənt/
UK /ˈsʌp.lə.mənt/
1.
supplement, aanvulling
something added to complete or enhance something else
:
•
The vitamin C is a good supplement to your diet.
Vitamine C is een goed supplement voor je dieet.
•
The book includes a useful supplement on grammar.
Het boek bevat een nuttig supplement over grammatica.
1.
aanvullen, toevoegen
add an extra element or amount to
:
•
She decided to supplement her income by working part-time.
Ze besloot haar inkomen te aanvullen door parttime te werken.
•
The new data will supplement the existing research.
De nieuwe gegevens zullen het bestaande onderzoek aanvullen.