Betekenis van het woord summer in het Nederlands

Wat betekent summer in het Engels? Ontdek de betekenis, uitspraak en specifiek gebruik van dit woord met Lingoland

summer

US /ˈsʌm.ɚ/
UK /ˈsʌm.ɚ/
"summer" picture

Zelfstandig Naamwoord

1.

zomer

the warmest season of the year, in the northern hemisphere from June to August and in the southern hemisphere from December to February

Voorbeeld:
We usually go on vacation in the summer.
We gaan meestal op vakantie in de zomer.
The days are long and sunny during summer.
De dagen zijn lang en zonnig tijdens de zomer.
Synoniem:

Werkwoord

1.

zomeren

to spend the summer

Voorbeeld:
They plan to summer in the mountains this year.
Ze zijn van plan om dit jaar in de bergen te zomeren.
Where do you usually summer?
Waar zomer je meestal?
Leer dit woord op Lingoland