string bean
US /ˈstrɪŋ biːn/
UK /ˈstrɪŋ biːn/

1.
sperzieboon, haricot vert
a long, thin green bean, eaten as a vegetable
:
•
She added fresh string beans to the stir-fry.
Ze voegde verse sperziebonen toe aan de roerbak.
•
My grandmother's garden always had plenty of string beans.
De tuin van mijn grootmoeder had altijd veel sperziebonen.
2.
lange slungel, spriet
a tall, thin person
:
•
He's such a string bean, always towering over everyone.
Hij is zo'n lange slungel, altijd torenhoog boven iedereen uitstekend.
•
Even as a child, she was a little string bean.
Zelfs als kind was ze al een kleine lange slungel.