stay in
US /steɪ ɪn/
UK /steɪ ɪn/
1.
thuisblijven, binnenblijven
to remain at home or in a particular place, rather than going out
:
•
I think I'll stay in tonight and watch a movie.
Ik denk dat ik vanavond thuis blijf en een film kijk.
•
It's raining heavily, so let's just stay in.
Het regent hard, dus laten we gewoon binnen blijven.
2.
in de mode blijven, populair blijven
to continue to be popular or fashionable
:
•
Despite new trends, classic styles always stay in.
Ondanks nieuwe trends, blijven klassieke stijlen altijd in de mode.
•
That song has really stayed in the charts for months.
Dat nummer is maandenlang echt in de hitlijsten gebleven.