spell trouble
US /spɛl ˈtrʌb.əl/
UK /spɛl ˈtrʌb.əl/

1.
problemen veroorzaken, moeilijkheden voorspellen
to indicate that something bad is likely to happen
:
•
His constant tardiness could spell trouble for his job.
Zijn constante te laat komen kan problemen veroorzaken voor zijn baan.
•
The dark clouds on the horizon spell trouble for our picnic.
De donkere wolken aan de horizon voorspellen problemen voor onze picknick.