see in
US /siː ɪn/
UK /siː ɪn/

1.
begeleiden naar, binnenlaten
to accompany someone into a place or building
:
•
I'll see you in to your office.
Ik zal je naar je kantoor begeleiden.
•
Can you see me in to the doctor's room?
Kun je me naar de dokterspraktijk begeleiden?
2.
inluiden, begroeten
to be present at the beginning of a new period or event
:
•
Let's see in the New Year with a party!
Laten we het nieuwe jaar inluiden met een feest!
•
They gathered to see in the dawn.
Ze verzamelden zich om de dageraad in te luiden.