rub out
US /rʌb aʊt/
UK /rʌb aʊt/

1.
uitwissen, uitgummen
to erase something, especially something written or drawn
:
•
Can you rub out this pencil mark?
Kun je deze potloodstreep uitwissen?
•
He used an eraser to rub out the mistake.
Hij gebruikte een gum om de fout uit te wissen.
2.
uit de weg ruimen, vermoorden
to murder someone (slang)
:
•
The gang leader ordered his rivals to be rubbed out.
De bendeleider beval zijn rivalen uit te schakelen.
•
He was afraid they would rub him out if he talked.
Hij was bang dat ze hem uit de weg zouden ruimen als hij zou praten.