rationalization
US /ˌræʃ.ən.əl.əˈzeɪ.ʃən/
UK /ˌræʃ.ən.əl.əˈzeɪ.ʃən/
1.
rationalisatie, rechtvaardiging
the action of attempting to explain or justify behavior or an attitude with logical reasons, even if these are not appropriate
:
•
His excuse was a clear rationalization for his laziness.
Zijn excuus was een duidelijke rationalisatie voor zijn luiheid.
•
She offered a complex rationalization for her decision.
Ze bood een complexe rationalisatie voor haar beslissing aan.
2.
rationalisatie, stroomlijning
the reorganization of a company, process, or system to make it more efficient and logical
:
•
The company underwent a major rationalization to cut costs.
Het bedrijf onderging een grote rationalisatie om kosten te besparen.
•
The government proposed the rationalization of public services.
De regering stelde de rationalisatie van openbare diensten voor.