Betekenis van het woord radio in het Nederlands
Wat betekent radio in het Engels? Ontdek de betekenis, uitspraak en specifiek gebruik van dit woord met Lingoland
radio
US /ˈreɪ.di.oʊ/
UK /ˈreɪ.di.oʊ/

Zelfstandig Naamwoord
1.
2.
radio, ontvanger
an apparatus for receiving or transmitting radio broadcasts
Voorbeeld:
•
He turned on the car radio.
Hij zette de autoradio aan.
•
The old radio still works perfectly.
De oude radio werkt nog steeds perfect.
Synoniem:
Werkwoord
1.
radioën, uitzenden via radio
transmit (a message or sound) by radio
Voorbeeld:
•
They tried to radio for help.
Ze probeerden om hulp te radioen.
•
The pilot radioed the control tower.
De piloot radiode de controletoren.
Synoniem:
Leer dit woord op Lingoland
Gerelateerd Woord: