Betekenis van het woord punish in het Nederlands

Wat betekent punish in het Engels? Ontdek de betekenis, uitspraak en specifiek gebruik van dit woord met Lingoland

punish

US /ˈpʌn.ɪʃ/
UK /ˈpʌn.ɪʃ/
"punish" picture

Werkwoord

1.

straffen, bestraffen

inflict a penalty or sanction on (someone) as retribution for an offense or transgression.

Voorbeeld:
The court decided to punish him for his crimes.
De rechtbank besloot hem te straffen voor zijn misdaden.
Parents often punish their children for misbehavior.
Ouders straffen hun kinderen vaak voor wangedrag.
2.

afstraffen, uitputten

cause (someone) to suffer for an offense.

Voorbeeld:
The harsh winter will punish unprepared travelers.
De strenge winter zal onvoorbereide reizigers straffen.
His body was punished by the intense training.
Zijn lichaam werd afgestraft door de intense training.
Leer dit woord op Lingoland