prophet
US /ˈprɑː.fɪt/
UK /ˈprɑː.fɪt/

1.
profeet
a person regarded as an inspired teacher or proclaimer of the will of God.
:
•
Moses is considered a great prophet in many religions.
Mozes wordt in veel religies als een grote profeet beschouwd.
•
The ancient texts speak of a prophet who would bring peace.
De oude teksten spreken van een profeet die vrede zou brengen.
2.
voorspeller, ziener
a person who predicts the future.
:
•
He claimed to be a prophet, foretelling economic downturns.
Hij beweerde een profeet te zijn, die economische neergang voorspelde.
•
Many dismissed her as a mere prophet of doom.
Velen deden haar af als slechts een doemprofeet.