progenitor
US /proʊˈdʒen.ə.t̬ɚ/
UK /proʊˈdʒen.ə.t̬ɚ/

1.
voorouder, grondlegger, oorsprong
a person or thing from which a person, animal, or plant is descended or originates; an ancestor or parent.
:
•
The first single-celled organisms were the progenitors of all life on Earth.
De eerste eencellige organismen waren de voorouders van al het leven op Aarde.
•
He is considered the progenitor of modern abstract art.
Hij wordt beschouwd als de grondlegger van de moderne abstracte kunst.