pretend
US /prɪˈtend/
UK /prɪˈtend/

1.
doen alsof, veinzen
behave so as to make it appear that something is the case when in fact it is not
:
•
He likes to pretend he's a superhero.
Hij doet graag alsof hij een superheld is.
•
Let's pretend we're on a desert island.
Laten we doen alsof we op een onbewoond eiland zijn.