pretend

US /prɪˈtend/
UK /prɪˈtend/
"pretend" picture
1.

doen alsof, veinzen

behave so as to make it appear that something is the case when in fact it is not

:
He likes to pretend he's a superhero.
Hij doet graag alsof hij een superheld is.
Let's pretend we're on a desert island.
Laten we doen alsof we op een onbewoond eiland zijn.
2.

beweren, voorgeven

claim, especially falsely

:
He didn't pretend to be an expert.
Hij deed niet alsof hij een expert was.
She pretended not to hear him.
Ze deed alsof ze hem niet hoorde.