prescription
US /prɪˈskrɪp.ʃən/
UK /prɪˈskrɪp.ʃən/
1.
recept, doktersvoorschrift
an official document written by a doctor that allows you to buy a particular medicine
:
•
The doctor gave me a prescription for antibiotics.
De dokter gaf me een recept voor antibiotica.
•
You'll need a prescription to get this medication.
Je hebt een recept nodig om dit medicijn te krijgen.
2.
voorschrijven, receptuur
the act of prescribing medicine
:
•
The prescription of strong painkillers should be done carefully.
Het voorschrijven van sterke pijnstillers moet zorgvuldig gebeuren.
•
New guidelines have been issued for the prescription of antibiotics.
Er zijn nieuwe richtlijnen uitgevaardigd voor het voorschrijven van antibiotica.
3.
voorschrift, aanbeveling
a recommendation or suggestion that is considered authoritative
:
•
His advice is always a good prescription for success.
Zijn advies is altijd een goed recept voor succes.
•
The report offered a clear prescription for economic recovery.
Het rapport bood een duidelijk voorschrift voor economisch herstel.