prediction
US /prɪˈdɪk.ʃən/
UK /prɪˈdɪk.ʃən/
1.
voorspelling, prognose
a statement about what will happen or might happen in the future
:
•
His prediction about the election results was surprisingly accurate.
Zijn voorspelling over de verkiezingsuitslag was verrassend nauwkeurig.
•
It's difficult to make accurate predictions about the future.
Het is moeilijk om nauwkeurige voorspellingen over de toekomst te doen.