portfolio
US /ˌpɔːrtˈfoʊ.li.oʊ/
UK /ˌpɔːrtˈfoʊ.li.oʊ/

1.
portfolio, map
a flat case for carrying loose sheets of paper, drawings, or maps
:
•
She carried her artwork in a large portfolio.
Ze droeg haar kunstwerken in een grote portfolio.
•
He opened his portfolio to show his designs.
Hij opende zijn portfolio om zijn ontwerpen te laten zien.
2.
beleggingsportefeuille, portfolio
a range of investments held by a person or organization
:
•
Diversifying your investment portfolio can reduce risk.
Het diversifiëren van uw beleggingsportefeuille kan het risico verminderen.
•
She manages a large portfolio of stocks and bonds.
Zij beheert een grote portefeuille van aandelen en obligaties.
3.
portfolio, werkmap
a collection of a person's best work, used when applying for a job or presenting their skills
:
•
The graphic designer presented her digital portfolio during the interview.
De grafisch ontwerper presenteerde haar digitale portfolio tijdens het interview.
•
Artists often build a strong portfolio to showcase their talent.
Kunstenaars bouwen vaak een sterk portfolio op om hun talent te tonen.