Engels-Nederlands Woordenboek

Betekenis van het woord plans in het Nederlands

Wat betekent plans in het Engels? Ontdek de betekenis, uitspraak en specifiek gebruik van dit woord met Lingoland

plans

Zelfstandig Naamwoord

1.

plannen

a detailed proposal for doing or achieving something.

Voorbeeld:
•
the UN peace plan
Synoniem:
schemeplan of actionideamaster plangame planproposalpropositionploysuggestionprojectprogramsystemmethodprocedurestrategystratagemformularecipescenarioarrangementscheduleagendawaymeansmeasuretactictackplotdevicemaneuverruseshift
2.

plannen

an intention or decision about what one is going to do.

Voorbeeld:
•
I have no plans to retire
Synoniem:
intentionaimideaintentobjectiveobjectgoaltargethopeaspirationambition

Werkwoord

1.

plannen

decide on and arrange in advance.

Voorbeeld:
•
they were planning a trip to Egypt
Synoniem:
organizearrangework outthink outdesignline upoutlinemap outchalk outdraftpreparescheduleprogramformulateframeprojectdevelopset upshapebuilddeviseconcoctcontriveplotschemecook uphatchbrewmastermindorchestratechoreographslateexcogitateintendaimproposemeanhopewantwishdesirecontemplateenvisageforeseeenvisionexpectpurpose
2.

plannen

design or make a plan of (something to be made or built).

Voorbeeld:
•
they were planning a garden
Synoniem:
designmap outplat
Leer dit woord op Lingoland
Gerelateerd Woord:
planplanningplan onbusiness planopen-planfloor planmedia planning