peeler

US /ˈpiː.lɚ/
UK /ˈpiː.lɚ/
"peeler" picture
1.

dunschiller, schiller

a device for removing the skin from fruit or vegetables

:
She used a peeler to remove the skin from the potatoes.
Ze gebruikte een dunschiller om de schil van de aardappelen te verwijderen.
A good quality peeler makes kitchen tasks much easier.
Een goede kwaliteit dunschiller maakt keukentaken veel gemakkelijker.
2.

politieagent, agent

(informal, dated) a police officer

:
The old man used to call the police officers 'peelers'.
De oude man noemde de politieagenten vroeger 'peelers'.
Back in the day, if you saw a peeler, you knew trouble was brewing.
Vroeger, als je een peeler zag, wist je dat er problemen op komst waren.