Betekenis van het woord pants in het Nederlands
Wat betekent pants in het Engels? Ontdek de betekenis, uitspraak en specifiek gebruik van dit woord met Lingoland
pants
US /pænts/
UK /pænts/

Meervoudig Zelfstandig Naamwoord
1.
broek
an outer garment covering the body from the waist to the ankles, with a separate hole for each leg
Voorbeeld:
•
He was wearing a pair of blue denim pants.
Hij droeg een blauwe spijkerbroek.
•
She bought new dress pants for the interview.
Ze kocht een nieuwe nette broek voor het interview.
2.
onderbroek, slip
(UK, informal) underpants or knickers
Voorbeeld:
•
He forgot to put on his pants before leaving the house.
Hij vergat zijn onderbroek aan te doen voordat hij het huis verliet.
•
She hung her clean pants on the clothesline.
Ze hing haar schone onderbroek aan de waslijn.
Synoniem:
Werkwoord
1.
hijgen, puffen
to breathe with short, quick breaths; to gasp
Voorbeeld:
•
The dog was panting after its long run.
De hond was aan het hijgen na zijn lange ren.
•
He arrived at the top of the stairs, panting heavily.
Hij kwam zwaar hijgend bovenaan de trap aan.
Synoniem:
Leer dit woord op Lingoland
Gerelateerd Woord: