Betekenis van het woord orange in het Nederlands

Wat betekent orange in het Engels? Ontdek de betekenis, uitspraak en specifiek gebruik van dit woord met Lingoland

orange

US /ˈɔːr.ɪndʒ/
UK /ˈɔːr.ɪndʒ/
"orange" picture

Zelfstandig Naamwoord

1.

sinaasappel

a round juicy citrus fruit with a tough bright reddish-yellow rind

Voorbeeld:
She peeled an orange and ate it.
Ze schilde een sinaasappel en at hem op.
I like to drink orange juice in the morning.
Ik drink graag sinaasappelsap in de ochtend.

Bijvoeglijk Naamwoord

1.

oranje

a color intermediate between red and yellow, as of ripe oranges or pumpkins

Voorbeeld:
The sunset painted the sky a beautiful orange.
De zonsondergang kleurde de lucht een prachtige oranje.
She wore a bright orange dress to the party.
Ze droeg een fel oranje jurk naar het feest.
Leer dit woord op Lingoland