opulent
US /ˈɑː.pjə.lənt/
UK /ˈɑː.pjə.lənt/

1.
weelderig, luxueus, rijk
rich and luxurious or lavish
:
•
The hotel suite was decorated in an opulent style.
De hotelsuite was ingericht in een weelderige stijl.
•
They lived an opulent lifestyle with multiple homes and private jets.
Ze leidden een weelderige levensstijl met meerdere huizen en privévliegtuigen.
2.
rijk, welvarend, bemiddeld
having great wealth or riches
:
•
The opulent businessman donated a large sum to charity.
De rijke zakenman doneerde een groot bedrag aan het goede doel.
•
The city was once an opulent center of trade.
De stad was ooit een rijke handelsplaats.