Betekenis van het woord nurse in het Nederlands

Wat betekent nurse in het Engels? Ontdek de betekenis, uitspraak en specifiek gebruik van dit woord met Lingoland

nurse

US /nɝːs/
UK /nɝːs/
"nurse" picture

Zelfstandig Naamwoord

1.

verpleegkundige, verpleger, verpleegster

a person trained to care for the sick or infirm, especially in a hospital.

Voorbeeld:
The nurse checked the patient's vital signs.
De verpleegkundige controleerde de vitale functies van de patiënt.
He wants to become a male nurse.
Hij wil een mannelijke verpleegkundige worden.

Werkwoord

1.

verplegen, verzorgen

to care for (a sick or infirm person) in a professional capacity.

Voorbeeld:
She decided to nurse her ailing mother at home.
Ze besloot haar zieke moeder thuis te verplegen.
He spent years nursing his injured leg back to health.
Hij heeft jarenlang zijn geblesseerde been verpleegd om het weer gezond te krijgen.
2.

voeden, borstvoeding geven

to hold (a baby) at the breast and feed it.

Voorbeeld:
The mother began to nurse her newborn.
De moeder begon haar pasgeborene te voeden.
She sat down to nurse the baby.
Ze ging zitten om de baby te voeden.
Leer dit woord op Lingoland