non-essential
US /ˌnɑːn.ɪˈsen.ʃəl/
UK /ˌnɑːn.ɪˈsen.ʃəl/

1.
niet-essentieel, niet noodzakelijk
not absolutely necessary or indispensable
:
•
During the lockdown, only non-essential businesses were closed.
Tijdens de lockdown waren alleen niet-essentiële bedrijven gesloten.
•
Please remove all non-essential items from your carry-on bag.
Verwijder alstublieft alle niet-essentiële items uit uw handbagage.