negatively

US /ˈneɡ.ə.t̬ɪv.li/
UK /ˈneɡ.ə.t̬ɪv.li/
"negatively" picture
1.

negatief, ongunstig

in a bad, harmful, or undesirable way

:
The new policy will negatively impact small businesses.
Het nieuwe beleid zal kleine bedrijven negatief beïnvloeden.
His comments were received negatively by the audience.
Zijn opmerkingen werden negatief ontvangen door het publiek.
2.

ontkennend, negatief

in a way that expresses denial, disagreement, or refusal

:
She shook her head negatively.
Ze schudde haar hoofd ontkennend.
He responded negatively to the proposal.
Hij reageerde negatief op het voorstel.