naive

US /naɪˈiːv/
UK /naɪˈiːv/
"naive" picture
1.

naïef, onnozel

having or showing a lack of experience, wisdom, or judgment

:
It was naive of her to believe everything he said.
Het was naïef van haar om alles te geloven wat hij zei.
He has a very naive view of the world.
Hij heeft een zeer naïeve kijk op de wereld.