mulch
US /mʌltʃ/
UK /mʌltʃ/
1.
mulch, bodembedekker
a material (such as decaying leaves, bark, or compost) spread around or over a plant to enrich or insulate the soil.
:
•
Spread a thick layer of wood chip mulch around the base of the trees.
Spreid een dikke laag houtsnipper mulch rond de basis van de bomen.
•
Compost can be used as an excellent organic mulch.
Compost kan worden gebruikt als een uitstekende organische mulch.
1.
mulchen, bedekken
to apply mulch to (soil or plants).
:
•
It's best to mulch the garden beds in spring and fall.
Het is het beste om de tuinbedden in de lente en herfst te mulchen.
•
We need to mulch the new rose bushes to protect them from frost.
We moeten de nieuwe rozenstruiken mulchen om ze tegen vorst te beschermen.